Inleiding en pathogenese
Deze aandoening, die bij honden frequent voorkomt, werd vroeger ook wel korthaar pyodermie genoemd en omvat ook aandoeningen als stafylococcen allergie en bacteriële overgevoeligheidsreactie.
Bij deze laatste twee aandoeningen zou sprake zijn van overgevoeligheidsreacties ten opzichte van bacteriële antigenen en/of toxinen, die resulteren in bijvoorbeeld een type III overgevoeligheidsreactie, die gepaard kan gaan met heftige jeuk.
De ontsteking is meestal secundair aan andere aandoeningen, zoals allergieën (Atopie, Voedselovergevoeligheid) en metabole oorzaken in de vorm van het (al dan niet iatrogene) Syndroom van Cushing of Hypothyreoïdie.
Idiopathische varianten van de aandoening, zonder duidelijke oorzaak, komen echter ook voor.
Klinisch beeld
Het klinische beeld is vrij karakteristiek.
Het beginstadium bestaat uit kleine papulae en pustulae rondom uittredende haren. Pustels zijn vanwege de dunne wand vaak snel kapot en worden daarom niet veel gezien.
De eigenaar merkt de ontsteking op in de vorm van kleine "pukkels" zoals ze vaak worden omschreven. Op deze plaatsen staan de haren overeind en deze vallen vaak in bosjes uit. Dit resulteert in een goed omschreven kaalheid met erytheem (roodheid in plekken).
Vanuit het centrum vindt een circulaire uitbreiding plaats zodat uiteindelijk de zogenaamde collarettes te zien zijn: kale plekken met een schilferige rand. De diameter van deze collarettes kan sterk variëren, evenals de kleur, die varieert van erytheem bij acute laesies tot hyperpigmentatie bij oudere laesies.
Het beeld doet dan sterk denken aan dat van een Dermatophytose.
Het klinische beeld is zeer variabel waarbij alle stadia tegelijk waargenomen kunnen worden en waarbij ook de mate van verspreiding over het lichaam sterk kan variëren.
Voorkeurslocalisaties zijn de oksels, de buik en de liezen. De jeuk is eveneens variabel en hangt samen met de primaire oorzaak.
Bij de bacteriële allergie is de jeuk meestal vrij heftig. De laesies kunnen verspreid over het gehele lichaam voorkomen, maar ze worden vooral gezien op de extremiteiten, de romp en de buik.
De aandoening wordt nogal eens gezien bij de Dobermann, Duitse dog, Dashond, Golden retriever en de Labrador retriever.
Diagnostiek
De anamnese en het klinische beeld zijn belangrijk voor een juiste diagnostiek. In geval van recidieven kan histologisch onderzoek van huidbiopten nuttige diensten bewijzen. Daarnaast is het van belang primaire oorzaken, zoals in de inleiding gemeld, grondig uit te sluiten.
Differentiaal diagnose
Als belangrijkste differentiaal diagnoses gelden demodicosis en een schimmelinfectie.
Therapie en prognose
Van groot belang is het opsporen en elimineren van de primaire oorzaak.
Lukt dit niet, zoals bij de idiopathische vorm, dan is de prognose matig tot slecht. Antibiotica zullen dan wel effect hebben, maar slechts tijdelijk.
De waarde van bacteriële vaccins bij dergelijke hardnekkig recidiverende pyodermieën is controversieel, maar wordt in het algemeen als niet erg zinvol beschouwd. Deze wijze van behandelen is dan ook in onbruik geraakt.
Alternatieve behandelingswijzen zijn zeer langdurige, alternerende antibiotica giften (puls-therapie), of combinaties met corticosteroïden. Men dient zich echter te realiseren dat het eventuele effect van dergelijke behandelingen niet bewezen is, zodat deze met de nodige terughoudendheid gehanteerd moeten worden.
De standaardbehandeling bestaat uit het wassen met desinfecterende shampoos in combinatie met antibiotica gedurende een periode van minimaal 4 tot 6 weken.
De prognose is in het algemeen gunstig.