Pyodermie betekent letterlijk ‘etter in de huid’. Meestal zijn infecties, ontsteking en/of kanker de oorzaak van die opstapeling van neutrofielen (=etter) in de huid.
Honden hebben veel meer last van pyoderma dan katten. Bacteriële pyodermas kunnen geclassificeerd worden volgens diepte van de infectie, oorzaak of in primair of secundair ontstane huidontstekingen.
Wij spreken van een oppervlakkige pyodermie als enkel de epidermis en de haarfollikels betrokken zijn in het ontstekingsproces. Bij een diepe pyodermie is ook de dermis aangetast.
De meeste pyodermiën zijn oppervlakkig en het gevolg van bijvoorbeeld allergie (vlooienallergie, atopie of voedselallergie) maar ook van inwendige endocriene aandoeningen (cushing, diabetes, hypothyroïdie,…), parasitaire aandoeningen (demodex, schurft,…), anatomische predisposities (vaginaplooi, neusplooi,…) enz.
Oorzaak
Bacteriële pyodermie wordt meestal veroorzaakt door een overgroei van de normale flora op de huid. Stafylococcus intermedius is de bacterie die frequent geïsoleerd wordt bij bacteriële pyodermie.
De belangrijkste factor in het ontstaan van pyodermie is het aanhechten van de bacterie aan de keratinocyten op warme vochtige plaatsen op het lichaam zoals de lipplooi, neusplooi, oksel, vaginaplooi, enz.
Een Engelse Bulldog met enorme huidinfectie van het krabben.
Deze plaatsen bevatten veel meer ‘normale’ flora dan droge plaatsen. Op deze warme en vochtige plaatsen heerst er dan ook een hoger risico op besmetting. Drukplekken zoals op de elleboog en de hielen op het achterbeen zijn gevoeliger omdat het telkens traumatiseren van dezelfde plaats een lokale immuniteitsdaling op die plaats teweegbrengt waardoor de kans op infectie stijgt.
afweersysteem van de huid
De afweer van de normale huid tegen pathogene bacteriën berust op het samenspel van een groot aantal componenten.
Daarbij vormt allereerst de vacht een beschermende laag om de huid heen. De vacht zorgt bovendien voor een constant micromilieu op het huidoppervlak, hetgeen van belang is voor een normale residente bacterieflora.
Deze permanent aanwezige bacterieflora heeft een remmende invloed op pathogenen. Andere factoren die een rol spelen in de handhaving van de status quo op het huidoppervlak zijn een normale talglaag en een intact stratum corneum. Deze hoornlaag is stevig en compact en daardoor moeilijk doordringbaar.
Bovendien vindt hier voortdurend afschilfering plaats van verhoornd materiaal waardoor de huid zich tevens ontdoet van grote aantallen bacteriën. Mochten deze barrières ook genomen worden dan is fagocytose en "killing" een belangrijk afweermechanisme, in laatste instantie gevolgd door de specifieke afweer in de vorm van de humorale en cellulaire afweer.
Onder invloed van vele factoren, zoals een slecht verzorgde vacht, seborroe, locaal trauma, frictie tussen huiddelen, parasitaire infecties, allergieën, of overmatig gebruik van ontvettende shampoos, worden omstandigheden geschapen die gunstig zijn voor kolonisatie van S. intermedius.
Deze bacterie wordt dan ook beschouwd als een opportunist die pas tot kolonievorming komt nadat de normale afweer is verstoord.
Klinisch beeld
Men kan de pyodermieën indelen naar de diepte van de ontsteking in de huid. Zo komt men tot een tweedeling in oppervlakkige en diepe pyodermieën, waarbij de ontsteking bij een oppervlakkige pyodermie zich tot in de oppervlakkige dermis afspeelt en bij een diepe pyodermie zich kan voordoen tot in de subcutis.
Een oppervlakkige pyodermie heeft de volgende kenmerken: maculae, papels, pustels, collarettes, geen tot weinig ontstekingsvocht, variabele jeuk, geen littekenvorming, niet algemeen ziek en in het algemeen een goede prognose.
Een diepe pyodermie onderscheidt zich door de volgende kenmerken: soms algemene ziekteverschijnselen, vergrote lymfeknopen, hemopurulent ontstekingsvocht, pijnlijke laesies, zwelling, abcessen, ulcera, necrose, littekenvorming en een matige tot slechte prognose.