De normale anatomie van de teef en de reu

De genitale anatomie van de reu

De spermacellen worden in de teelballen geproduceerd. Bij de hond duurt dit proces ongeveer 2 maanden. Nadien moeten de spermacellen rijpen in de bijbal, dit is zoals de naam het zegt, de bal die vlak tegen de teelbal aanligt.
Deze bijbal bestaat uit een fijn buisje die als het ware is opgerold is en in een zakje zit, de tunica vaginalis.
Pas na de rijping van die spermacellen kunnen ze een eicel bevruchten.
De teel-en bijballen bevinden zich in de balzak (scrotum) buiten het lichaam van de hond.

 

    1. Verloop van de urinebuis in het bekken
2.
Anus
3. Terugtrekkende spier van de penis
4.
Bulbus van de penis
5. Zwellichaam
6. Musculus ischio-cavernosus
7. Staart van de bijbal
8. Scrotum (balzak)
9. Testis (teelbal)
10. Kop van de bijbal
11. Voorhuid
12. Uitwendige opening van de urinebuis
13. Verlengd deel van de eikel (glans penis)
14. Bulbus van de penis
15. Penis
16. Annulus inguinalis (opening van lieskanaal)
17. Ductus deferens (zaadleider)
18. Blaas
19. Urineleider

In de penis van de reu zit een been. Hierdoor blijft de penis hard. Soms kan zo'n been breken op het moment dat we twee parende honden op een te brute wijze van elkaar scheiden.

Onderaan de penis bevinden er zich twee zwellichamen die tijdens de erectie duidelijk in volume gaan toenemen. Deze zorgen er dan voor dat de penis in de vagina "gevangen" blijft tot de teef beslist dat hij "los" mag gelaten worden.

Als één of beide teelballen op de leeftijd van 6 maanden niet op de juiste plaats in de balzak zit, spreekt men van een ectopie van de testikel of "cryptorchidisme. Ze kunnen geblokkeerd zitten in de buik of in het lieskanaal.
Dit is een genetische afwijking en er wordt sterk afgeraden om met deze dieren te fokken.
Het is ten stelligste aan te bevelen om die verborgen teelballen chirurgisch te verwijderen. De kans op kanker van de teelballen is sterk verhoogd als ze blijven in de buik of lieskanaal zitten.

De genitale anatomie van de teef

De vulva bestaat uit twee lippen, die aan de buikzijde en aan de rugzijde met elkaar verbonden zijn. De clitoris, te vergelijken met de penis van de reu, is relatief klein bij de reu en ligt onderaan in het bekken in de clitorisgroeve.

De schede, het orgaan dat voor de paring gebruikt wordt, wordt bij de teef gekenmerkt door zijn grote lengte. De vagina is in het begin erg smal zodat het niet gemakkelijk is om een vaginaal onderzoek te doen bij een niet loopse teef.

1. Eierstok (ovarium)
2. Eileider
3. Baarmoederhoorn
4. Ligament (band) tussen de hoorns
5. Baarmoederlichaam
6. Baarmoederhals
7. Vagina (schede)
8. Plooien in de vagina
9. Urinebuis
10. Uitwendige opening van de urinebuis
11. Clitorisgroeve
12. Kleine voorhofsklieren
13. Voorhof van de vagina
14. Plaats van het Hymen (maagdenvlies)
15. Blaas

 

 

De baarmoeder (uterus), het orgaan dat voor de dracht dient, bestaat uit een hoofddeel (baarmoederhals) en twee hoornen waarin de embryo's tijdens de dracht ontstaan. Bovenaan worden de eierstokken omgeven door een vetmassa, die de "eibeurs" genoemd wordt.
Na de eisprong (ovulatie) worden de eicellen langs de dunne buisvormige eileider (tuba) in de eibeurs vervoerd, waar ze door de spermacellen van de reu bevrucht worden. De embryo's bereiken vervolgens de baarmoeder, waar ze verder groeien.