Bij andere diersoorten is de uitvoering van een sectio caesarea (SC) voor het einde van de dracht risicoloos, bij honden daarentegen is het tijdstip van de keizersnede van cruciaal belang. De ingreep moet pas worden uitgevoerd nadat voor weeën van de bevalling aanwezig zijn.
Waarom een keizersnede uitvoeren?
Het doel van een keizersnede is de foetus te extraheren via een opening in de buikwand en de uterus als de geboorte niet via de natuurlijke weg kan plaatsvinden.
Het doel van deze ingreep is tweeërlei:
- De overlevingskansen voor de moeder te optimaliseren
- Het verkrijgen van levende en levensvatbare pups.
Dit doel kan bereikt worden door een oordeelkundig te beslissen wanneer de keizersnede moet gedaan worden en door een goede operatietechniek (vooral inzake anesthesie) te gebruiken.
De eerste indicatie voor een keizersnede is het overschrijden van de drachttermijn. Dit kan immers aanleiding geven tot foetale sterfte (gevolgd door maceratie) of foetale mummificatie. Dit is zichtbaar op echografie (geen hartslag meer) of radiografie (lucht op radiografisch beeld na 6 uur, botverplaatsing na 48 uur).
Een precieze bepaling van het drachtstadium is dus noodzakelijk. Variaties kunnen optreden door het verschil tussen de dekdatum en het tijdstip van bevruchting.
De teef is 20 dagen loops maar slechts 2 dagen vruchtbaar. Spermatozoa kunnen echter gemiddeld 5 dagen overleven in de genitaaltractus (uitzonderlijk 7 tot 8 dagen). De drachtduur kan dus variëren van 58 tot 68 dagen.
Het is dus zeer belangrijk om de exacte dekdatum te kennen (als er progesteronbepalingen werden uitgevoerd) en vooral te weten of er meermaals werd gedekt.
Andere oorzaken voor een keizersnede :
- Naast het overschrijden van de drachtduur zijn er nog andere indicaties voor een keizersnede: teven die reeds een keizersnede ondergingen.
- primaire (na falen van medische behandeling) of secundaire (relatieve of absolute te grote foetussen) uterusatonie
- twee foetussen tegelijk waardoor een obstructie van de uterusbifurcatie optreedt
- een beklemde foetus waarvoor een onmogelijke of gevaarlijke verloskundige handeling nodig is
- duidelijke tekens van placentaloslating (groenachtige uitvloei) sinds meer dan zes uur of het verlies van vruchtwater dat meer dan 12 uur geleden is zonder dat pups geboren werden.
De sectio kan onmiddellijk worden uitgevoerd als er een medisch risico bestaat voor de moeder, als het waardevolle pups betreft of als er veel pups zijn. Vaak is spoed vereist als men zoveel mogelijk levende pups wil. Voor het tellen van de pups is een radiografie 1 week voor het vermoedelijke einde van de dracht of zelfs vlak voor de keizersnede aangewezen. Hierdoor wordt vermeden dat een pup wordt vergeten, vooral bij teven van grote rassen waarbij het niet mogelijk is de hele uterus te exterioriseren.
Wanneer de keizersnede uitvoeren?
De ingreep moet pas op het geschikte moment worden uitgevoerd, dat wil zeggen dat de ingreep maar moet worden uitgevoerd nadat voor weeën van de bevalling aanwezig zijn.
“Profylactische keizersnede” zoals bij vrouwen vaak wordt uitgevoerd, is bij teven niet zonder risico: ernstige placentabloedingen, een gevoelige vertraging van de uterusinvolutie en een gestoorde melkkliersecretie kunnen hiervan het gevolg zijn.
In tegenstelling tot andere diersoorten is het niet mogelijk om de bevalling in te leiden of om zonder risico een keizersnede uit te voeren voor het einde van de draagtijd. Een interventie voor de natuurlijke start van de geboorte zorgt voor minder surfactant (fosfatidylcholine) in de longalveolen waardoor de kans op zuurstoftekort met dodelijke afloop van de pups toeneemt.
De keizersnede mag dus niet worden uitgevoerd voor de bevalling begonnen is.
Om de keizersnede op het huiste tijdstip te laten doorgaan kan de dierenarts zich richten op twee elementen:
- De prepartum hypothermie :
De temperatuursdaling (1°C lager dan de gemiddelde temperatuur die gedurende meerdere dagen ’s morgens en ’s avonds werd gemeten) is een goeie indicator maar heeft ook enkele nadelen. De temperatuursdaling treedt maar op bij 80 % van de teven. - De bepaling van de progesteronconcentratie :
Een keizersnede mag niet worden uitgevoerd als de progesteronconcentratie niet onder de 2 ng/ml (of 6mmol/ml) is gedaald. Dit criterium is betrouwbaarder dan de temperatuursdaling.
Waarom radiologie of echografie voor een keizersnede
Foetale en/of maternale dystocie (verkeerd liggen van de foetussen) worden gediagnosticeerd tijdens het klinisch onderzoek, radiografie of op echografie.
Onvoldoende opening, congenitale afwijkingen van de vagina (atresie, vergroeiïngen) of weke delen letsels (tumoren, poliepen, enz.) komen aan het licht tijdens het vaginaal toucher.
Dit toucher moet bovendien reflectorische contracties van de uterus uitlokken tijdens het uitdrijvingsstadium. Is dit niet het geval dan kan uterusinertie de oorzaak zijn.
Met echografie kan vroegtijdig foetaal lijden of foetale sterfte worden opgespoord door observatie van de hartslag. Aan de hand van radiografieën kan de oorzaak van de dystocie worden achterhaald. Het is noodzakelijk om twee opnames te maken (ventrodorsaal en zijdelings) om te bepalen hoeveel foetussen nog in de uterus aanwezig zijn, de oorzaak van relatief of absoluut te grote vruchten te bepalen, abnormale foetale posities te detecteren en om congenitale misvormingen zoals hydrocephalus op te sporen.
Ook sterfte van de foetus en letsels van het bekken kunnen zo opgespoord worden.
Keizersnede kan soms leiden tot ovariohysterectomie (sterilisatie)
Naargelang het geval wordt dystocie chirurgisch of medisch behandeld.
Bij uterusatonie dient hysterotomie pas te worden overwogen na het falen van medicatie om contracties van baarmoeder op te wekken of te versterken. Systematisch gebruik van oxytocine dient te worden vermeden. In eerste instantie wordt beter kaliumgluconaat gebruikt (0.5 tot 1 ml/kg, maximum 10 tot 15 ml). Als de medicamenteuze therapie faalt is een keizersnede onvermijdelijk maar het is best om te wachten tot de oxytocine is uitgewerkt (ongeveer dertig minuten).
Tijdens de ingreep kan door de aanwezigheid van bepaalde letsels of abnormaliteiten ovariohysterectomie (sterilisatie) noodzakelijk zijn. Dit is zo bij infectie van de uterusinhoud (indien het vermoeden van infectie bestaat wordt afgeraden de uterus in te snijden), bij inscheuren of necrose van de uterus, bij placentabloedingen (belangrijke intra-uteriene bloeding op het einde van de ingreep.
Soms neemt het volume van de hoornen hierdoor toe en is een bloedtransfusie of zelfs een operatie noodzakelijk), als de uterus totaal niet involueert (op het einde van de ingreep moet er al een duidelijke involutie zijn. Als de diameter van de uterus niet wijzigt en de tonus niet toeneemt dan is ovariohysterectomie aangewezen, vooral bij oude teven of als er te veel foetussen zijn).
Een nieuw protocol laat toe de bevalling in te leiden op dag 58
In tegenstelling tot wat bij vrouwen gebruikelijk is, was het inleiden van de geboorte bij teven lange tijd onmogelijk en niet gewenst daar pups die meer dan 48 uur te vroeg geboren werden niet levensvatbaar waren.
Nu bestaat er een progesteron derivaat die zwangerschappen van één pup beter kan helpen begeleiden. Het product wordt ook gebruikt om de zwangerschap in te leiden.
Progesteron is een geslachtshormoon dat geproduceerd wordt in de eierstokken na de eisprong. Het heeft als functie om het slijmvlies van de baarmoeder klaar te maken voor de innesteling van de vruchten en de dracht in stand te houden. Op het moment dat de progesteron spiegel plotseling daalt wordt normaliter de bevalling op gang gebracht.
Het medicijn Alizin® bevat het middel 'aglépristone'. Dit is een stof die qua vorm van de molecule heel erg lijkt op progesteron zodat het de receptoren van de cellen van het baarmoederslijmvlies, waar normaliter de progesteron moleculen op passen (als een sleutel in een slot), bezet. De stof heeft echter niet hetzelfde effect op de cellen als het progesteron zelf. Door de bezetting van de receptoren krijgt het progesteron zelf geen kans meer. Hierdoor 'denken' de cellen dat er geen progesteron meer geproduceerd wordt en daardoor ontstaat een situatie waarin het baarmoederslijmvlies de vruchten dus niet meer zal 'accepteren' en in een later stadium van de dracht zal er een bevalling worden geïnduceerd.
Sinds kort is er een protocol, gebaseerd op de eigenschappen van Alizin, voor het inleiden van de partus. Dit bestaat uit de combinatie van een product om de cervix te openen (aglepristone - Alizin®), waardoor de maturatie van de pups versneld zou worden, en injectie van uterotonica (oxytocine of prostagladines).
Na de 58e dag van de dracht (bepaald via echografie: darmlussen zichtbaar of via radiografie: tanden van de foetus aanwezig of via de kennis van de datum van bevruchting) worden binnen 36 uur na de injectie met Alizin® levende pups uitgedreven. Er is nog een studie aan de gang over de levensvatbaarheid van de pups. Door dit protocol kan het werpen of de keizersnede bij de teef worden gepland.
Zodra de progesteronconcentratie (’s morgens en ’s avonds te bepalen vanaf dag 58) daalt onder 2ng/ml wordt een injectie met aglepristone toegediend (15mg/kg subcutaan). De keizersnede wordt dan 12 tot 24 uur later uitgevoerd. Als de progesterondaling niet is opgetreden op dag 60 dan wordt aglepristone geïnjecteerd om tot maturatie te komen. Voor het uitlokken van de partus wordt oxytocine ingespoten (0.15 IE/kg, dit is 0.015ml/kg) om de twee uur. Het werpen start 36 uur na toediening van aglepristone.