Kanker is een verzamelnaam voor verschillende kwaadaardige aandoeningen. Het is een ongecontroleerde woekering, of deling, van cellen. Alle weefsels en organen van het lichaam zijn opgebouwd uit ontelbare cellen : hersencellen, spiercellen, huidcellen enz.
Normale cellen groeien en delen zich om oude cellen die afsterven te vervangen. Kanker ontstaat als er iets misgaat in een cel, waardoor de normale groei van de cel ontregeld raakt.
Kankercellen beginnen zich ongecontroleerd te delen, dringen door in het omliggende weefsel en richten daar schade aan. Bij de meeste kankers vormen deze cellen een knobbel of tumor.
Een agressieve blaastumor bij een 10 jarige kat.
Kankercellen kunnen doorgroeien en loskomen van de plaats waar ze ontstaan zijn. Ze kunnen zich via het bloed of het lymfestelsel verspreiden naar andere lichaamsdelen en daar weer een tumor vormen. Deze verspreiding van kankercellen noemt men uitzaaiingen of metastasen. Er zijn regionale metastasen, dit zijn uitzaaiingen in de buurt van de oorspronkelijke tumor, of metastasen op afstand (in andere organen, zoals de lever, de hersenen, het bot...). Als een kanker uitgezaaid is, dan wordt hij nog steeds genoemd naar het lichaamsdeel waar hij ontstond.
Een blaaskanker bijvoorbeeld met uitzaaiingen in het bot, noemen we nog steeds blaaskanker (met botmetastasen), en niet botkanker.
Er bestaan zowel goedaardige als kwaadaardige tumoren. Een goedaardige tumor is geen kanker, al kan hij wel lokale problemen geven.
Wat is blaaskanker en kanker van de urethra?
In de blaas wordt urine opgevangen die via de urineleiders uit de nieren komt. De urine verlaat het lichaam via de urinebuis (urethra). Nieren, urineleiders, blaas en urinebuis vormen samen de urinewegen.
Blaaskanker en kanker van de urineleider is een ziekte waarbij zich kwaadaardige cellen vormen in de blaas of in de urinebuis. Er zijn verschillende types tumoren, die genoemd worden naar de cellen waarin ze ontstaan. De meest voorkomende kanker gaat uit van het slijmvlies van de blaas. Omdat slijmvliezen overal in de urinewegen aanwezig zijn, kunnen er op verschillende plaatsen in de urinewegen tumoren voorkomen.
Dit is een urethra tumor van een jachthond, volledig verwijderd. Op de rechter foto zie je een blaashalstumor bij een CV (kruising)
Een tumor die beperkt blijft tot het slijmvlies van de blaaswand, is een oppervlakkige blaaskanker. De tumor kan echter doorgroeien in de diepere lagen en in de spierlaag van de blaaswand. We spreken dan van een invasieve blaaskanker. Het risico is ook groter dat deze tumoren doorgroeien in de lymfeklieren en via het bloed in andere organen.
Onderzoeken
In een vroeg stadium veroorzaakt kanker van de blaas of van de urethra nauwelijks klachten.
De volgende klachten of symptomen kunnen wijzen op kanker van de urinewegen: bloed in de urine, pijn bij het plassen of vaker moeten plassen dan gewoonlijk. Deze symptomen zijn echter niet altijd specifiek voor kanker van de urinewegen dus moet er verder onderzoek gedaan worden om uit te sluiten wat het probleem is.
Om kanker op te sporen, kunnen de volgende onderzoeken gebeuren.
- Met een urineonderzoek kunnen afwijkende cellen gevonden worden. Daarna is verder onderzoek nodig om te zien waar de tumor zich precies bevindt.
- Een echografie (onderzoek met geluidsgolven) van de nieren en van een gevulde blaas kan al richtingaangevend zijn en is pijnloos.
Dit is een niertumor van 23 cm doormeter.
- Het meest geschikte onderzoek is de cystoscopie, waarbij de blaasholte en de urethra van binnen bekeken wordt.
- Als de diagnose van kanker gesteld is, willen we natuurlijk weten in welk stadium de ziekte zich bevindt. Dat helpt immers mee de behandeling te bepalen. Daarom kunnen nog een aantal foto’s genomen worden : een IVP of IVU (intraveneus pyelogram of intraveneus urogram). Dat zijn röntgenonderzoeken van de urinewegen waarmee de blaas, het nierbekken en de urinewegen duidelijk zichtbaar worden. Dat gebeurt na een intraveneuze inspuiting (een inspuiting in een ader) met een contraststof. Er wordt ook een longfoto genomen om zeker te zijn dat er geen uitzaaiingen zijn.
Behandeling
De meest toegepaste behandelingen van kanker van de urinewegen zijn op dit moment een operatie (chirurgie) en behandeling met medicijnen (chemotherapie). Soms wordt er een combinatie van behandelingen voorgesteld.
- Als de ziekte beperkt is gebleven tot de blaas en/of de urethra en niet is uitgezaaid, zullen we wellicht een curatieve behandeling voorstellen. Een curatieve behandeling is gericht op de genezing van de hond of kat.
- Bij een uitgezaaide kanker zal een palliatieve behandeling voorgesteld worden - dat is een behandeling die de ziekte niet geneest, maar ze remt en/of klachten vermindert. Soms zijn er verschillende behandelingen mogelijk.
1. Chirurgie
Er zijn verschillende soorten operaties bij blaastumoren en tumoren van de urethra.
Bij blaastumoren wordt de volledige blaas of een gedeelte van de blaas weggenomen.
- Als er een volledige blaas wordt weggenomen (cystectomie) moet er een nieuwe blaas gemaakt worden. Er zijn hier verschillende technieken voor maar wij verkiezen de techniek waarbij een "continent" urostoma wordt gemaakt. Hierbij wordt een soort buisje gemaakt van een stuk uit de dunne darm. Het ene uiteinde van de darm wordt afgesloten en hierin worden de urineleiders die van de nieren komen ingeplant. Dit deel vormt het reservoir. Van het andere deel van de darm maken we urinestoma, een kunstmatige uitgang, waarlangs de urine het lichaam kan verlaten. Dat reservoir moet de eigenaar drie keer per dag leegmaken met een sonde, een buisje dat je gemakkelijk in het reservoir inbrengt. Dit heet een "continent" urostoma omdat de eigenaar er controle over heeft wanneer hij het reservoir leegmaakt.
- Als we de blaashals kunnen sparen dan maken we een vervangblaas, eveneens met een stukje dunne darm, en hechten deze vast op de blaashals. De hond of kat kan gewoon plassen via de urineleider
- .
Links zie je een blaastumor die ongeveer 3 cm groot is. De blaashals is gespaard en we hebben een stukje dunne darm genomen om de blaas te reconstrueren. De kat was content continent vanaf de tweede week na haar ingreep.
Tumoren van de urethra
Bij tumoren van de urethra wordt de volledige urethra weggenomen en wordt er met een stukje dunne darm een continent urostoma aangelegd. Hierbij maken wij gebruik van een stukje dunne darm die op een speciale manier ingesneden wordt zodat we een buisje creeëren die in de blaaswand kan ingetunneld worden. Doordat we een tunnel vormen gaat, als de blaas zich vult, de tunnel dichtgeduwd worden en verliest de hond of kat geen urine. De eigenaar moet drie keer per dag de hond of kat sonderen.
Hier wordt een stukje darm weggenomen, de twee uiteinden worden aan elkaar gehecht. Het stuk die ervantussen gesneden is wordt gebruikt om het buisje te maken. Dit buisje wordt dan via een tunnel tot in de blaas gebracht. Deze wordt vastgehecht in de blaas.
Nadat er een gaatje doorheen de huid gemaakt is wordt het buisje aan de buitenkant van de huid vastgemaakt en kan de eigenaar gemakkelijk de blaas sonderen.
De dieren én de eigenaars zijn content omdat ze continent zijn......
Zo'n operatie in woord en beeld kunt u hier volgen
2. Chemotherapie
De naam chemotherapie verwijst naar de behandeling met geneesmiddelen die kankercellen vernietigen of hun groei remmen.
De medicijnen worden rechtstreeks in de bloedbaan gebracht met een infuus, waarna ze zich door het hele lichaam verspreiden en ook kankercellen in uitzaaiingen op afstand kunnen bereiken. Niet alle kankercellen zijn even gevoelig voor dezelfde medicijnen. Daarom wordt vaak een combinatie (een ‘cocktail’) van celremmende geneesmiddelen (cytostatica) voorgeschreven.
Deze intraveneuze chemotherapie wordt vooral gebruikt bij een uitgezaaide blaaskanker. Het kan uitzaaiingen soms verkleinen, of symptomen van een gevorderde kanker verlichten. Daardoor kan de overleving verlengd worden en de levenskwaliteit verbeteren.
Bepaalde vormen van chemotherapie worden rechtstreeks in de blaas ingebracht, langs een buisje door de urinebuis. De blaas wordt hierbij ‘gespoeld’ met cytostatica. De behandeling wordt enkel gebruikt bij oppervlakkige blaaskankers in een vroeg stadium. Het kan helpen om de tumor minder kans te geven om weer aan te groeien of terug te komen.
Na de behandeling?
De kans op genezing en herstel hangt bij kanker af van veel dingen: van het stadium waarin de ziekte verkeert bij diagnose, van de leeftijd van de patiënt, de grootte van de tumor, of er al dan niet uitzaaiingen zijn, van de behandeling enz.
Algemeen geldt dat hoe kleiner de tumor en hoe vroeger ontdekt, hoe beter de kansen. Hou er rekening mee dat elke situatie uniek is en dat overlevingscijfers enkel een globaal beeld geven. Niemand kan voorspellen wat er in uw geval precies zal gebeuren.