De lente is het land: preventie vlooien en teken is belangrijk!
In de lente- en zomerperiode lopen onze huisdieren weer meer risico om vlooien en teken op te lopen. Naast directe irritatie en het veroorzaken van huidbeschadigingen kunnen deze parasieten ook ziektes overbrengen. Het is dus in het belang van mens en dier om tijdig honden en katten te behandelen om besmetting te voorkomen.
Vlooien
Naast katten- en hondenvlooien worden bij hond en kat ook konijnen- en egelvlooien gevonden. Dit wijst er op dat er een behoorlijke (niet te bestrijden) infectiebron buitenshuis aanwezig is. Het grootste deel van de vlooiencyclus speelt zich, zoals misschien bekend, af in de leefomgeving van huisdieren. Op alle plekken waar besmette dieren komen kunnen eitjes, larven en poppen worden aangetroffen. Met name rond de ligplaatsen, omdat vlooieneitjes vooral ’s nachts worden gelegd. Volwassen vlooien blijven meestal het hele leven van de vlo aanwezig op de eenmaal gekozen gastheer.
Problemen van vlooien
De belangrijkste problemen die vlooien veroorzaken zijn jeuk door het gekriebel van rondlopende vlooien of als gevolg van een vlooienallergie en bloedzuigen. Dit laatste kan voornamelijk bij pups en kittens binnen enkele dagen tot verzwakking en zelfs sterfte leiden. Bij een grote vlooiendruk kan ook de mens belaagd worden en huidreacties worden veroorzaakt.
Vlo die mens prikt.
Tenslotte kunnen vlooien infecties overbrengen. De bekendste hiervan is de lintworm. Zonder vlooien géén lintworm en dus moeten ze altijd beide bestreden worden wanneer de “rijstekorrels” of “maden” rond de anus of in de ontlasting zijn gezien. Om aan goede vlooienbestrijding te doen is het dus erg belangrijk om steeds gelijktijdig te ontwormen!
Een andere belangrijke infectie, waarvan nog niet zo lang geleden is aangetoond dat vlooien dit overbrengen, is de kattenkrabziekte. Dit is een bacterie die door een krab of bijtwond (zelfs likken van een wond) van een kat kan worden overgebracht op de mens en daar een ontsteking van de lymfeklieren kan veroorzaken. Doordat katten vlooien uit de vacht krabben, likken en stukbijten, komen de bacteriën onder de nagels en in de mondholte terecht. Deze bacteriën werden ook bij honden aangetroffen. Ongeveer een kwart van de katten in Belgie draagt de bacterie bij zich, evenals de vlooien die erop worden gevonden. De kat vertoont geen ziekteverschijnselen, maar de kans op een infectie van de mens is dus aanwezig.
Preventie: de rol van insecten-groeiremmers (IGR’s)
Insectengroeiremmers zijn vaak moleculen die lijken op stoffen, zoals hormonen, die bij de jonge stadia van insecten (eitjes en larven) verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling. Ze zijn al bij kleine hoeveelheden werkzaam en zeer veilig voor zoogdieren, omdat deze stoffen hier niet in het lichaam voorkomen.
- De oudste en meest bekende IGR is methopreen.
- Inmiddels zijn er nieuwere generaties IGR’s ontwikkeld die in nog kleinere hoeveelheden werkzaam zijn en stabieler blijven in een vochtige omgeving (bijvoorbeeld pyriproxifen; Cyclio®). Deze IGR’s worden voornamelijk toegepast op het dier of in de omgeving.
- Een IGR die via de bloedbaan van het dier inwendig werkt, is lufenuron (Program®). Vlooien die een bloedmaaltijd hebben genoten van dieren die hiermee zijn behandeld, leggen steriele eitjes.
- Program Plus® bevat naast lufeneron ook een ontwormingsmiddel, dat werkzaam is tegen diverse maagdarmwormen en hartworm.
- Het is na Stronghold® het tweede product in Belgie dat werkzaam is tegen de subtropische hartworm.
IGR’s zijn dus vooral bedoeld om de ontwikkeling van de vlo in de omgeving van het dier te doorbreken. Bij het regelmatig toepassen ervan op of in het dier, kan een omgevingsbehandeling achterwege blijven.
Vaak wordt bij een bestaand vlooienprobleem of als start van een preventieve behandeling wel geadviseerd om te beginnen met een behandeling van de omgeving, waarbij ook de auto niet vergeten mag worden. IGR’s zijn niet werkzaam tegen volwassen vlooien en om deze reden worden ze vaak gecombineerd met middelen die volwassen vlooien doden. Van deze laatste heeft Stronghold® al een IGR-werking, doordat ook de vlooieneitjes en -larven hier gevoelig voor zijn.
Andere vlooienmiddelen kunnen een indirecte IGR-werking vertonen wanneer ze in de omgeving via vlooienontlasting worden opgenomen door vlooienlarven of hiermee direct in contact komen. Vanzelfsprekend is dit niet te garanderen voor alle vlooienstadia buiten het dier.
Bestrijding: middelen tegen volwassen vlooien
In de meeste gevallen worden alleen middelen tegen volwassen vlooien op het dier gebruikt. Door de snelle en goede werkzaamheid van met name de nieuwere middelen is voor de eigenaar het resultaat direct zichtbaar. Naast sprays zijn ook de ‘spot-on’ formuleringen (druppeltjes in de nek) populair.
In de meeste gevallen is van deze middelen een 100% werkzaamheid gedurende minimaal vier weken aangetoond.
Geïntegreerde vlooienbestrijding
Met de huidige kennis en middelen hoeft een goede vlooienbestrijding geen probleem te zijn. We spreken van geïntegreerde vlooienbestrijding wanneer we met volledige informatie en de juiste vlooienbestrijdingsmiddelen werken en daarnaast regelmatig controleren of dit voldoende effect heeft.
- De gewone vlooienkam is hiervoor een goed hulpmiddel. Doel is om te voorkomen dat de vlooienbestrijding mislukt.
- Oorzaken van mislukking hiervoor kunnen zijn een onjuiste toediening of verkeerde dosering, onregelmatig herhalen, tekortschietende omgevingsbehandeling en tenslotte resistentie (vlooien hebben dan een weerstand opgebouwd).
- Er is maar één advies om te voorkomen dat er op dieren of in de omgeving, waar een behandeling heeft plaatsgevonden met middelen die werkzaam zijn tegen volwassen vlooien, zich toch nog vlooien kunnen voortplanten of misschien wel resistent worden.
- Combineer altijd een adulticide (een middel tegen volwassen vlooien) met een IGR en ga na een succesvolle bestrijding door met een IGR als preventieve maatregel. Op deze wijze kunnen we nog lang optimaal gebruik maken van de nieuwe en veilige middelen die ons ter beschikking staan.
Teken
Teken zien eruit als een klein lederen zakje, met aan de voorkant een nauwelijks zichtbare kop. Ze hebben acht poten, waardoor ze behoren tot de spinachtigen en niet tot de insecten, zoals vlooien. Met bloed volgezogen wijfjes wegen tot honderd keer hun eigen gewicht en kunnen vijf tot tien keer (een centimeter) zo groot worden. Er zijn verschillende soorten bekend.
Teken die we in Belgie aantreffen, de Ixodus ricinus, hebben drie keer een gastheer (wilde zoogdieren en vogels, huisdieren, mens) nodig waarbij ze bloed zuigen.
Een teek die zich volgezogen heeft met bloed
De cyclus duurt zo gemiddeld drie tot zes jaar.
Uiteindelijk wordt er op de gastheer gepaard, waarna het wijfje zich in ongeveer één week volzuigt met bloed. Daarna valt ze van de gastheer af, legt duizenden eitjes op verborgen plaatsen (onder stenen, spleten etc.) en sterft.
Teken klimmen in grashalmen of struiken en hechten zich vast tot een geschikt dier voorbijkomt. Ze kunnen maanden tot jaren overleven buiten de gastheer. Dit verklaart ook de lange cyclus. Teken zijn voornamelijk actief in vochtige klimaatomstandigheden (voorjaar en herfst). In de winter verkeren ze in een ruststadium.
Problemen van teken bij hond en kat
Teken kunnen irritatie, bloedverlies en wonden in de huid veroorzaken. Een gastheer, ook de mens, voelt niet wanneer een teek bijt. Dit komt doordat een teek een stof afscheidt met een pijnstillend effect. Achteraf ontstaat wel jeuk en soms een ontstekingsreactie.
Teken kunnen ook gevaar opleveren als ze drager zijn van een voor de hond gevaarlijke ziekte. In Zuid-Europese landen zijn teken aanwezig (Dermacentor reticulatus en Rhipicephalus sanguineus) die ziekten, zoals babesiose, kunnen overbrengen. De teken kunnen worden meegenomen via honden die worden meegebracht van vakantie.
Buitenshuis is het Belgische klimaat te ongunstig voor de teek, hoewel onlangs enkele honden met babesiose zijn gevonden in België zonder dat deze dieren in het buitenland waren geweest. Bij enkele dieren werden inderdaad de Zuid-Europese teken gevonden wat erop wijst dat deze zich mogelijk hier in leven kunnen houden.
Bestrijding van teken
In de praktijk bestrijden we alleen de teken op het dier aangezien het onmogelijk is ze in de (natuurlijke) omgeving aan te pakken.
Het verwijderen van teken gaat veilig en vrij makkelijk met een speciaal daarvoor gemaakt tekentangetje. Er wordt aanbevolen hierna te ontsmetten met bijvoorbeeld wat alcohol.
Het gebruik van alcohol, ether, petroleum en dergelijke op de teek zelf heeft als risico dat de teek eventueel geïnfecteerde maaginhoud in de wond deponeert. Tevens is gebleken dat het gebruik van dergelijke 'verdovende' middelen geen effect heeft op het loslaten van de teek.
Bij aanwezigheid van teken ondanks preventieve maatregelen vergeten de baasjes vaak dat teken pas na 24 tot 48 uur na contact zullen afsterven. Meestal zitten ze dan al of nog vast in de huid. Bij de eigenaar bestaat dan vaak de verkeerde indruk dat het gebruikte middel niet werkt.