De boezems en hartkamers worden van elkaar gescheiden door kleppen die uit slippen (ook wel cuspides genoemd) bestaan. Deze slippen worden op hun plaats gehouden door sterke peesdraden, de chordae tendineae.
De kegelvormige papillaire spieren (musculi papillares) zorgen voor de aanhechting van de chordae tendineae aan de hartkamer.
De chordae tendineae zorgen er samen met de papillaire spieren voor dat de kleppen niet kunnen 'omklappen' - zoals een paraplu bij harde wind - wanneer de hartkamers zich samentrekken.
Hier zien we zowel de papillair spieren als de chordae tendineae