Chronische nierinsufficientie bij honden

Chronische nierinsufficiëntie (CNI) komt veel voor bij oudere honden. Vroege diagnose is erg belangrijk voor de behandelingsstrategie. Zowel symptomatische als specifieke therapieën zijn noodzakelijk. Een speciaal dieet is dikwijls wenselijk. De prognose voor een hond met CNI is altijd ongunstig, maar wanneer er vroegtijdig ingegrepen wordt is het mogelijk om de patiënt geruime tijd in een bevredigende klinische toestand te houden.

1. Voorkomen

CNI wordt bij honden vaak gediagnosticeerd en in het verleden meende men dat vooral oudere honden hieraan leden. Aangezien de nier een grote functionele reservecapaciteit bezit, wordt nierinsufficiëntie pas duidelijk in een later stadium. Daarom raden wij hier, in Dierenkliniek Causus aan om honden vanaf een leeftijd van zeven jaar een senior bloedonderzoek te laten doen. Vroegtijdige diagnose verhoogt de behandelingsmogelijkheden immers zeer sterk .

Chronische nierinsufficiëntie is in tegenstelling tot acute nierinsufficiëntie een irreversibele ziekte waarbij het verlies aan nierfunctie, progressief verloopt. De meeste honden sterven uiteindelijk ten gevolge van uremie

2. Functie van de nieren

Er zijn twee nieren die via de twee urineleiders (ureters) de urine naar de blaas brengen, vanuit de blaas vertrekt de urethra die doorheen de penis loopt.

normale ligging van de urinewegen
de normale ligging van de urinewegen in de buik

De nier zelf bevat een drietal zones, de cortex (schors), de medulla (merg) en het pelvis (nierbekken). Alle drie hebben ze een functie in het zuiveren van het bloed.

   de cortex, medulla en het pelvis zijn mooi te onderscheiden

Het bloed dat toekomt in de nier via de hoofdcirculatie wordt gefilterd door een groot aantal nefronen. Een nefron is een filterapparaatje in de nier dat bestaat uit de glomerulus, dalende buis, lis van henle, opstijgende buis en de verzamelbuizen. In de glomerulus worden de afvalstoffen (ureum, creatinine, eiwitten,…..) uit het bloed gehaald.

Via een buizensysteem komt de urine in de verzamelbuizen en gaat zo via de ureters naar de blaas.

3. Symptomen van een hond met nierinsufficientie

De symptomen beginnen meestal heel discreet met wat meer drinken dan normaal en het haarkleed dat niet meer zo mooi blinkt.

In een later stadium begint de hond echt meer te drinken (polydypsie) en te plassen (polyurie) dan normaal. De hond begint zijn gewicht te verliezen en in een later stadium krijgt hij last van braken en diarree.

In een terminaal stadium gaat de hond geen urine meer produceren en gaat sterven door een ureumvergiftiging.

4. Diagnose

De diagnose van nierinsufficiëntie is gemakkelijk te stellen. Aan de hand van de symptomen hebben we al een goede richtingsaanwijzer. Een bloedonderzoek en een urineonderzoek geven ons uiteindelijk uitsluitsel.

  • Bloedonderzoek

Gestegen Creatinine in het bloed is heel indicatief voor de filtratie capaciteit van de nieren.

Ureum en Fosfor zijn ook twee parameters die een aanduiding kunnen geven dat we met een nierprobleem hebben te doen. Als deze twee ook gestegen zijn dan hebben we te doen met nierinsufficiëntie.

  • Urineonderzoek

Bij een urine onderzoek gaan we vooral naar de dichtheid van de urine kijken. Een gezonde hond kan gemakkelijk urine produceren met een dichtheid die hoger is dan 1.020 (dichtheid van water is 1.000). als de dichtheid van urine daalt dan wilt dit zeggen dat de nieren een onvermogen hebben om te concentreren.

De diagnose is natuurlijk belangrijk maar de preventie is nog belangrijker. Ieder jaar een bloed en urine onderzoek bij honden die ouder zijn dan 7 jaar is zeker geen overbodige luxe.

Dit zit in Dierenkliniek Causus allemaal omvat in het seniorenpakket.

5. Behandeling

Eens de diagnose van chronische nierinsufficientie gesteld moeten we ons erbij neerleggen dat het om een progressieve ziekte gaat. De snelheid van de progressie kunnen we echter we beinvloeden. Door een aantal tools gaan we de snelheid van het aftakkelen van de nieren verminderen.

  • Hospitalisatie

We nemen gedurende 3 à 5 dagen Uw hond op in de dierenkliniek. Gedurende die periode krijgt Uw hond vloeistof therapie, speciale voeding en medicatie. Deze zorgen hebben de bedoeling om de concentratie aan creatinine en ureum te doen dalen. Eens dat we deze twee parameters op een acceptabel niveau krijgen mag de hond naar huis met een aantal dieet en medicatiemaatregelen.

  • Medicatie
    • Er wordt een antibiotica therapie (Marbocyl, Synulox, Baytril,....) meegegeven voor de patienten die ook te kampen hebben met een infectie van de urinewegen.
    • Omdat de nieren het Vitamine C en het Vitamine B complex gewoon uitwassen gaan we deze twee soorten vitamines supplementeren (multivit comlpex).
    • Honden die braken, door te hoge ureumconcentraties krijgen de patienten maagzweren, krijgen cimetidine (tagamet®, 5-10 mg/kg/8 uur).
    • Om de eetlust te gaan stimuleren bij deze patienten geven we cyproheptadine HCl (periactin®).
    • Om de locale hypertensie thv de nieren te behandelen geven we vaatverwijderende middelen, zoals Fortekor®, deze hebben ook het voordeel dat ze vochtafdrijvend zijn.

Let wel, Uw dierenarts gaat beslissen wat nodig is voor Uw hond.

  • Voeding

De bedoeling van een aangepaste voeding is er uiteraard voor te zorgen dat het ureum en creatinine zakt in de bloedbaan. Daarom moet de concentratie aan eiwit, fosfor en natrium aangepast zijn.

6. Vooruitzicht voor Uw hond.

Zoals boven beschreven is dit een progressieve ziekte. Vroeg of laat zal uw hond sterven aan te hoge concentraties aan Ureum en Creatinine in het bloed.

Belangrijk is dat uw hond, die lijdt aan CNI, op regelmatige tijdstippen komt om een bloed-en urine onderzoek te laten doen. Met deze regelmatige controles kunnen wij uw hond constant bijsturen qua medicatie en voeding.

7. Preventie

Zoals eerder al vermeld is een bloed en urine onderzoek vanaf een leeftijd van zeven jaar geen overbodige luxe . Een aangepast seniorendieet vanaf zeven jaar is zeker aan te raden, de hoeveelheid eiwit die het dier nodig heeft vermindert dan snel .