Nier-en blaasstenen

Stenen thv de urinewegen komen eigenlijk veel voor bij zowel de hond als de kat.

Stenen in de nieren zien we niet zo vaak omdat ze veeleer met de geproduceerde urine via de urineleider naar de blaas gespoeld worden.

Blaasstenen ontstaan dus meestal niet in de blaas zelf. Het zijn vaak kleine niersteentjes, die via de urineleider in de blaas terecht gekomen zijn. Hoewel die relatief kleine stenen, in verhouding tot de breedte van de urineleider, normaliter gemakkelijk worden uitgeplast, kan het vóórkomen dat ze, bijvoorbeeld door een vergrote, in de weg zittende prostaat, de blaas niet uit kunnen en groter worden (aangroeien).

Bij de hond en de kat bevat de penis een beentje die conis vernauwd naar de uitmonding van de penis toe. Dit impliceert dat de steentjes gemakkelijk kunnen blijven zitten en dat er zo een penisobstructie ontstaat.
Een blaassteen kan als het ware geïmpregneerd zijn met bacteriën, zodat een blaasontsteking slechts kan genezen als de blaassteen is verwijderd.

ontstaan

Stenen kunnen zich overal in het urinestelsel vormen. Blaasstenen bij honden kunnen gevonden worden in de nieren, de ureters (minuscule buisjes die de urine vervoeren van de nieren naar de blaas), de blaas of in de urethra (de buis van de blaas aan de buitenkant van het dier).
Bij honden is meer dan 85% van de stenen te vinden in de blaas zelf. Het zijn vaak kleine niersteentjes, die via de urineleider in de blaas terecht gekomen zijn. De relatief kleine stenen, in verhouding tot de breedte van de urineleider, kunnen normaalgezien gemakkelijk worden uitgeplast maar het kan ook gebeuren dat ze bvb. door een vergrote, in de weg zittende prostaat, niet uit de blaas kunnen en aangroeien.
De penis van de hond bevat een beentje dat vernauwd naar de uitmonding van de penis toe, dus de steentjes kunnen gemakkelijk blijven zitten en zo ontstaat een penisobstructie.

Een blaassteen kan geïmpregneerd zijn met bacteriën, zodat een blaasontsteking slechts kan genezen als de blaassteen is verwijderd. Blaasstenen worden gevormd door mineralen, die terug te vinden zijn in de urine als individuele microscopische zoutkristallen. Na verloop van tijd gaan deze kristallen zich verenigen en worden kleine zandachtige korrels gevormd. Zodra deze eerste korrels aanwezig zijn wordt extra neerslag gevormd op hun oppervlak en de korrels worden geleidelijk aan opgebouwd tot stenen die soms diameters bereiken van 10cm.


Dit was een blaassteen van 6.3 cm doormeter

De urine wordt niet meer voldoende afgevoerd en afvalstoffen hopen zich op in het lichaam.

Aanleg voor het vormen van stenen kan genetisch bepaald zijn: de genetisch gecontroleerde fysiologie van sommige dieren gaat er voor zorgen dat hun lichaam te hoge niveaus produceert van de stoffen die voorlopers zijn van de kristallen. Deze concentraties dienen uitgescheiden te worden via de urine maar kunnen ook stenen vormen wanneer de urine oververzadigd raakt. De concentratie van de bestanddelen in de urine kan ook beïnvloed worden door de hoeveelheid mineralen en eiwitten in de voeding, de hoeveelheid water die het dier drinkt en het metabolisme van het dier.

De zuurtegraad (pH) van de urine kan de afvoer van steenbestanddelen beïnvloeden of net de vorming van stenen bevorderen. De soort steen die gevormd wordt is afhankelijk van de zuurte- of zoutgraad in de urine. Ook de pH-graad in de urine wordt grotendeels beïnvloed door de voeding.

Ook bacteriële infecties kunnen een belangrijke rol spelen bij het vormen van stenen. Afhankelijk van bacteriële infecties zal de urine meer alkalisch zijn (meer zuur of zout bevatten) waardoor verschillende soorten stenen kunnen gevormd worden. Veel van de bacteriën die leiden tot een blaasontsteking produceren ook een enzym: een stof die chemische reacties veroorzaakt, genaamd urease. Urease reageert met ureummoleculen in de urine en vormt ammoniak en kooldioxide. De ammoniak wordt omgezet in ammonium-ionen, terwijl via koolstofdioxide fosfaten vrijgemaakt worden. Via opeenvolgende chemische reacties, verenigt de magnesium die normaal aanwezig is in de urine zich met de ammonium en fosfaat en worden magnesium-ammonium-fosfaat kristallen (struviet) gevormd. Als de kristallen snel en in grote hoeveelheden gevormd worden, verenigen ze zich en vormen stenen. Als slechts kleine hoeveelheden worden gevormd over een langere periode van tijd, worden ze gewoon afgevoerd worden via de urine.

Blaasgruis-en stenen kunnen verschillende soorten klachten veroorzaken, afhankelijk van de grootte, plaats en vorm. Zo kunnen scherpe randjes van gruis/steen het slijmvlies van de blaaswand beschadigen, met een blaasontsteking als gevolg of een scheur in de blaaswand veroorzaken. Ook kunnen steentjes de afvoer van urine uit de blaas naar de urinebuis blokkeren.

Nierstenen

Nierstenen, steenachtige afzetting, gevormd in het nierbekken, vnl. uit sterk geconcentreerde urine. De aanwezigheid van een niersteen wordt nefrolithiasis genoemd.
Stenen bestaande uit calciumoxalaat komen het meest voor. De calciumfosfaat-carbonaatsteen ziet men vnl. bij ontsteking van de urinewegen, door ureumsplitsende bacteriën (die de urine sterk alkalisch maken, waardoor fosfaten en carbonaten neerslaan). Verhoogde werking van de bijschildklieren veroorzaakt uitscheiding van veel calcium in de urine waardoor herhaaldelijk stenen gevormd kunnen worden.



Een niersteen van 14 mm groot en mooie nierstenen bij een otter van 7 jaar oud.

Middelgrote stenen raken op hun weg naar de blaas dikwijls beklemd, vooral in de urineleider, wat hevige koliekaanvallen en bloed in de urine veroorzaakt.

ureterstenen

Een uretersteen is een steen in de ureter of urineleider. De urineleider is het dunne buisje dat de urine van de nier naar de blaas afvoert.
Reeds een heel klein steentje van nauwelijks een paar mm groot kan de urineleider voldoende afsluiten om de vlotte afvloei van de urine te verhinderen.
Dit veroorzaakt overdruk in de nier en geeft aanleiding tot de hevige krampachtige pijnen die men kolieken noemt.


Hier een uretersteen bij een kat, siamees van 10 jaar oud

Een uretersteen manifesteert zich meestal door het ontstaan van kolieken. Soms gaat dit gepaard met bloed plassen.
De precieze diagnose in verband met de aanwezigheid, de lokalisatie en de grootte van een uretersteen gebeurt door het uitvoeren van röntgenopnamen en/of echografisch onderzoek.
Ook bloed- en urineonderzoek wordt meestal uitgevoerd.


Hierboven ziet u links de nier en rechts de ureter die gezwollen is door de steen. De nier en de ureter werden verwijderd en je kunt zien hoeveel schade de steen al aan de nier heeft toegebracht. De nier heeft tgv de steen een grote cyste gevormd. Op de derde foto ziet u de steen.

De steen moet verwijderd worden anders sterft het dier tgv nierinsufficiëntie.

Blaasgruis en blaasstenen

De symptomen zijn :

  • Aandrang tot urineren maar er komt niets
  • Abnormale kleur van de urine zoals rood, roze, zwart of zelfs etterkleur
  •  Bloed in de urine
  • De uitgeplaste hoeveelheid urine is klein
  • Extra inspanning of pijn vereist om te plassen
  • Genitale gebied vaak likken of erop kauwen
  • Het dier plaatst zijn lichaam veel langer in de plashouding dan normaal
  • Incontinentie of het niet kunnen ophouden van de urine
  • Soms zijn er geen symptomen en worden stenen ontdekt bij het betasten van de buik
  • Vaker plassen
  • Verandering in het gedrag van de hond, bvb lusteloosheid, eten weigeren, …

De meest voorkomende blaasgruis en blaasstenen, afhankelijk van hun chemische samenstelling, zijn :

  • Struvietstenen zijn samengesteld uit magnesium ammonium fosfaat en komen vooral voor bij dieren met alkalische urine. Met een uitgekiend dieet kunnen deze stenen voorkomen worden.
  • Oxalaatstenen worden gevormd in zure urine en dienen chirurgisch verwijderd te worden.
  • Uraatstenen komen vooral voor bij Bulldogs en bij de 101 Dalmatiërs, ook bij dieren die lijden aan een leverziekte en in zure urine. Deze stenen kunnen ook voorkomen worden door toepassing van een strikt dieet maar als ze de afvoer van de urine blokkeren dienen ze chirurgisch verwijderd te worden.
  • Andere stenen zijn gemaakt van calciumoxalaat, calciumfosfaat, calciumcarbonaat, cystine, ammoniumuraat, of andere chemische verbindingen. Sommige stenen kunnen eigenlijk een combinatie van deze verbindingen zijn.

Elk type van steen heeft zijn eigen bijzonderheden met betrekking tot welk ras het vaakst getroffen en welke factoren van invloed op de formatie.

Blaasgruis en stenen kunnen ontstaan doordat de urine oververzadigd raakt met zouten welke kunnen groter en groter worden tot ze uiteindelijk een grote steen vormen.


Een hele serie blaasstenen bij verschillende honden en katten.

Blaasgruis-en stenen kunnen verschillende soorten klachten veroorzaken, afhankelijk van de grootte, plaats en vorm van het gruis/steen.
Zo kunnen scherpe randjes van gruis/steen het slijmvlies van de blaaswand beschadigen, met blaasontsteking als gevolg. Ook kunnen steentjes de afvoer van urine uit de blaas naar de urinebuis blokkeren.


Blaasstenen verwijderd uit de blaas van een Jack Russell.


Een heel mooie steen in de blaas van een maltezer.

De diagnose is gemakkelijk te maken aan de hand van radiografie, al dan niet met contrast, en echografie


Een echografie van een Engelse bulldog met een grote blaassteen (+- 3 cm), let op de verdikte blaaswand op de rechter echobeelden.

DIAGNOSE

De diagnose is gemakkelijk te maken aan de hand van radiografie, al dan niet met contraststof, en door middel van echografie.

Het uitvoeren van een urineonderzoek is belangrijk om te bepalen welk type kristallen aanwezig zijn samen met de pH-waarde van de urine. Als bekend is welke kristallen aanwezig zijn in de urine kan geprobeerd worden om het milieu in de blaas van de hond te wijzigen om verdere vorming van stenen te voorkomen.

BEHANDELING

Afhankelijk van de chemische samenstelling van de steen wordt een gepaste behandeling toegepast.

Medisch

Medische behandeling kan gebeuren door een combinatie van antibiotica, het gebruik van speciale voedingsmiddelen, toenemend waterverbruik en het afremmen van de activiteit van urease bij struvietstenen.

Medische behandeling kan ook worden gebruikt in combinatie met een operatie.

Chirurgisch

  • Bij chirurgische verwijdering van stenen in de blaas wordt de blaas geopend (cystotomie). Bij de hond onder narcose en liggend op zijn rug wordt een incisie gemaakt door de buikwand in de voorkant van het bekken. De stenen worden verwijderd en er wordt urine verzameld voor onderzoek. De blaas en de plasbuis worden gespoeld met een steriele zoutoplossing om zeker te zijn dat kleine of microscopische deeltjes ook verwijderd zijn. De blaas wordt vervolgens afgesloten met hechtingen, net als de buikwand. Een antibiotica-kuur wordt opgestart. De blaasstenen worden in het laboratorium geanalyseerd naar hun chemische samenstelling en het vervolg van de behandeling zal variëren afhankelijk van dit resultaat.
  • Als een steen zich bevindt in de urineleiders of urinebuis is het van levensbelang dat deze onmiddellijk verwijderd worden. Urine obstakels leiden tot nierblokkage en uiteindelijk tot de dood. Een steen in de plasbuis (vooral bij reuen), kan teruggestuurd worden naar de blaas om deze daar te verwijderen. Zoniet wordt een insnijding gemaakt rechtstreeks waar de steen zich bevindt.
  • Met behulp van ultrasone golven kunnen stenen vernietigd worden en dan kan chirurgie vermeden worden.

Spoeling onder druk

Om een dier te spoelen wordt de hond onder narcose gebracht en in een verticale positie gehouden. Er wordt een urinesonde ingebracht, via die sonde wordt de blaas gevuld met een steriele zoutoplossing. De dierenarts drukt op de blaas met de hand, waardoor de vloeistof terug naar buiten komt en daarmee de stenen doet afvloeien. Deze toepassing kan enkel gebruikt worden wanneer de stenen zeer klein zodat ze zeker via de plasbuis naar buiten kunnen.

Verhoogd waterverbruik

Het opnemen van water door de hond kan worden verhoogd door het toedienen van blikvoeding of door water toe te voegen aan een droog dieet. Een extra smaak toevoegen aan water (bvb. bouillon) kan de hond ook meer water doen drinken. Sommige eigenaars trainen hun hond om meer water te drinken.

Aangepaste voeding

Struviet- en uraatstenen zijn voorbeelden van stenen die mogelijk kunnen worden opgelost door middel van dieet.
Voor het opstarten van een dieet dient wel gecontroleerd worden op infecties van de urinewegen. Als er een infectie aanwezig is worden eerst geschikte antibacteriële medicijnen toegediend vooraleer de behandeling van de stenen wordt gestart.
Speciaal samengestelde voeding kan ervoor zorgen dat de stenen - ook grote - volledig oplossen. Deze diëten duren vaak 60 tot 150 dagen.
Voeding met andere dan normale niveaus van grote eiwitten, magnesium en fosfor wijzigen de samenstelling van urine.
Deze diëten zijn niet aanbevolen bij dieren die lijden aan hartfalen of nierziekte vanwege het zout en eiwit niveau.

PROGNOSE

Hoe vlugger de stenen ontdekt en behandeld worden, hoe beter de vooruitzichten. De prognose is bij de meeste gevallen goed, maar het terugkeren van de stenen is altijd mogelijk.

Om herhaling te voorkomen kunnen speciale diëten gevolg worden, extra watergebruik en het opvolgen van de pH-waarde van de urine. Beheersing van infecties van de urinewegen is vooral belangrijk bij het voorkomen van herhaling van struvietstenen.

Dieren die vaak de mogelijkheid hebben om een plasje te doen lopen minder risico op blaasstenen omdat de urine niet zo lang in het lichaam blijft als bij dieren die minder kans hebben op een plasje tussendoor.