Category Archives: hydro patiënt van de maand

Patiënt van de maand: Rambo

  • Causus patiënt van de maand
  • Figuur 2 Discus Hernia
  • Figuur 3 Lengtedoorsnede (1)
  • Figuur 4 Dwarse doorsnede

Het verhaal van Rambo

Kleine Rambo is een kruising van een Maltezer  en een Shih Tzu. Hij is nu 4 jaar oud. In zijn korte leventje heeft hij al zeker drie verschillende baasjes gekend. Hij is een asielhondje met een ganse geschiedenis. Een verleden waar wij slechts naar kunnen gissen. Maar deze keer heeft hij zeker de juiste gevonden! Zijn baasjes nu hebben enkel het allerbeste met hem voor. Hier begint ons verhaal.

Rambo kreeg pijn bij het plassen en ontlasten. Hij kwam minder uit zijn mandje terwijl hij voordien wel een heel actief hondje was. De eigen dierenarts kon geen volledige diagnose stellen en zo is Rambo bij dierenkliniek Causus terecht gekomen.

Er werd een initieel klinisch onderzoek gestart, waarbij ook een echografie en een röntgen foto genomen werden. Op echografie werden geen afwijkingen gevonden die zijn klachten konden veroorzaken. Ook de RX gaf geen 100% zekerheid. Vermoed werd wel dat er afwijking aanwezig was ter hoogte van de rug. Rambo werd op eerst medicamenteus behandeld maar al snel bleek dat deze geen soelaas bracht en dat Rambo’s toestand enkel verslechterde. Hij kon minder goed wandelen, begon verlammingsverschijnselen te vertonen en had erge pijn. In overleg met de baasjes werd beslist om een CT-scan uit te voeren. Hierop was duidelijk te zien dat er een discus hernia aanwezig was in de nek van Rambo. Hij werd onmiddellijk geopereerd om de druk te verminderen.

 

Eerst wat meer uitleg over een discus hernia bij de hond…

Tussen twee wervels in de rug ligt telkens een tussenwervelschijf. Deze bestaat uit een ring van bindweefsel (annulus fibrosus) met in het midden een geleiachtige kern (nucleus pulposus). Ze zijn enigszins elastisch en dragen bij aan de schokdemping.

De wervelkolom beschermt het ruggenmerg. Hierin bevindt zich het wervelkanaal. Het wervelkanaal is deel van het zenuwstelsel dat ontspringt in de hersenen en doorloopt tot in de staart. Van hieruit vertrekken de zenuwen die het ganse lichaam besturen.

In de tussenwervelschijf kan de buitenste ring scheuren door een kwetsuur of door slijtage. Hierdoor kan de kern langs de beschadigde bindweefselring naar buiten treden. Er ontstaat druk op het ruggenmerg. Dit wordt een discus hernia genoemd. Een discus hernia is pijnlijk en kan in ernstige gevallen neurologische symptomen tot gevolg hebben.

Figuur 2: Discus Hernia

 

Diagnose

Het vermoeden van een discus hernia kan vaak al gesteld worden via een initieel neurologisch onderzoek. Als we echter met zekerheid andere oorzaken willen uitsluiten en de locatie van de hernia of hernia’s willen bepalen, moet een meer geavanceerde techniek toegepast worden. Bij dierenkliniek Causus wordt een CT-scan uitgevoerd waarbij een contrastvloeistof rond het ruggenmerg wordt ingespoten zodat we een beter beeld krijgen waar de hernia zich bevindt (myelogram).

Behandeling

Elke behandeling van een hernia heeft tot doel de druk op het ruggenmerg weg te nemen.

Afhankelijk van de symptomen en het resultaat van de voorgaande onderzoeken, kan in een beginstadium nog een medicamenteuze behandeling voorgesteld worden. Hierbij is rust (volledige benchrust) heel belangrijk, zodat de hond tijd krijgt om te genezen. Dit is voor ongeveer 6 tot 8 weken. Hij mag in deze periode zeker niet springen. Wandelingen zijn niet toegestaan. Hij mag enkel buiten om te plassen of ontlasting te maken.  Bij de medicamenteuze behandeling is het niet uitzonderlijk dat de hond nadien een terugval doet, met zelfs ernstigere symptomen dan voorheen.

Indien medicatie geen verlichting brengt of indien er uitvalverschijnselen aanwezig zijn, is een chirurgische behandeling noodzakelijk. Deze dient zo snel mogelijk uitgevoerd te worden. Hoe sneller, hoe beter de prognose!

De chirurgie van hernia’s is specialistenwerk en kan niet door eender welke dierenarts uitgevoerd worden.

 

Revalidatie

Er wordt altijd benchrust opgelegd gedurende 6 tot 8 weken. Het is vooral belangrijk dat de hond in deze periode niet loopt, springt, speelt en juist heel veel rust.

De revalidatie na een herniaoperatie vereist veel tijd en inzet van de baasjes, waarbij er veel met de hond moet worden geoefend. De snelheid van de recovery na een hernia operatie is afhankelijk van verschillende factoren inclusief de snelheid waarmee de hernia is ontstaan, de mate van druk op het ruggenmerg, de tijd tussen de symptomen en de operatie, het verloop van de operatie,…

Honden die ernstige neurologische uitval hadden, hebben vaak veel meer tijd nodig om te herstellen dan honden die zeer snel geopereerd zijn na de diagnose van de hernia (met snel bedoelen we uren…)

Soms is het zo dat de hond na herniaoperatie nog steeds verlamd is aan de poten als hij naar huis mag. Indien dit het geval is, vraagt de revalidatie veel meer tijd en inzet van de eigenaars. Het kan ook zijn dat hij nog niet zelfstandig kan plassen en ontlasten. Sommige patiënten hebben namelijk blaasverlamming. Hierdoor raakt de blaas overvol en gaat deze overlopen. De honden verliezen constant kleine hoeveelheden urine. Als ze bewegen of opgepakt worden kunnen ze grote hoeveelheden urine verliezen. Het is dan vaak nodig om de blaas handmatig twee maal per dag te ledigen. Dit voorkomt complicaties achteraf in de vorm van een blaasontsteking.

Ook problemen met stoelgang achteraf is mogelijk. Ze kunnen incontinent zijn ofwel bang zijn om stoelgang te maken. Het kan nodig zijn om achteraf een mild laxeermiddel toe te dienen, zodat de hond minder moeten persen om stoelgang te maken en zo minder pijn heeft tijdens het drukken.

 

Preventie

Het volledig voorkomen van een hernia is zo goed als onmogelijk. Sommige rassen zijn van nature heel gevoelig voor het ontwikkelen van hernia’s. Deze rassen zijn oa de Teckel, Franse Bulldog, Lhasa Apso, Pekinees, Shih Tzu, Maltezer maar het kan bij eendere welk ras voorkomen.

Indien uw hond tot een van de gevoelige rassen behoord, kan u enkele tips toepassen om de kans op een hernia te verkleinen. Volledig voorkomen is evenwel onmogelijk. Vele tips houden in dat u plotse, krachtige schokken op een bepaalde plaats in de nek of rug vermijdt.

  • Leer uw hond niet telkens in en uit de zetel of de auto te springen. Vooral ergens van springen geeft een enorme belasting op de rug.
  • Leer uw hond op jonge leeftijd met een harnas te wandelen, zonder te trekken. Een harnas zorgt voor een betere drukverdeling in vergelijking met een klassieke halsband.
  • Een fitte hond heeft minder kans op rugklachten. Zorg hierbij ook dat uw hond geen overgewicht heeft. Alle extra gewicht betekent extra druk op de wervelkolom. De wervelkolom wordt ondersteunt door de rompspieren. Die kunnen getraind worden door balans- en coördinatie oefeningen te doen.
  • Indien u uw hond moet optillen, is het belangrijk om dit op de juiste manier te doen. Zorg ervoor dat de wervelkolom zo recht mogelijk wordt gehouden. Til uw hond op met een arm tussen de voorpoten en een arm tussen de achterpoten. Zo blijft de wervelkolom mooi horizontaal.

 

Op de  lengtedoorsnede van de cervicale wervels is te zien dat er zich een grote hoeveelheid herniamateriaal op de bodem van het wervelkanaal bevindt ter hoogte van de tussenwervelruimte van C4-C5. De tussenwervelruimte is hierdoor vernauwd en het herniamateriaal veroorzaakt een druk op het ruggenmerg. Op de dwarse doorsnede is te zien dat de compressie zich meer aan de linker kant bevindt.

Rambo werd onmiddellijk geopereerd om deze druk te verlichten.  Na de operatie werd Rambo wakker maar hij kon nog niet onmiddellijk terug staan. Aan zijn linkerkant (voor- en achterpoot) was nog geen steunname en proprioceptie aanwezig. Rambo verbleef na de operatie voor vijf dagen in de hospitalisatie om verder aan te sterken. In de daaropvolgende twee weken kwam het gevoel geleidelijk aan terug, maar Rambo kon evenwel nog steeds niet stappen.

Nadat de hechtingen verwijderend zijn, werd hydro- en lasertherapie opgestart om zijn herstel te bevorderen. Dit werd initieel twee maal per week toegepast. In de eerste sessie was toch al beweging aanwezig. Met zijn rechterkant maakte hij al goede zwembewegingen.

Zijn linkerkant was iets moeilijker maar toch was er ook hier al beweging. In de daaropvolgende sessies werd hij telkens sterker. Hij kon nu ook oefenen op de loopband onder water. Het gewoon stappen ging ondertussen ook al heel wat vlotter.

Rambo blijft nu verder aansterken. Aangezien via de CT-scan duidelijk was dat er ook op andere plaatsen milde veranderingen te zien waren, blijft het wel nodig dat zijn baasjes goed opletten met Rambo.

Tekst en foto's: Melanie Vandevelde

 

Patiënt van de maand: Het verhaal van Seppe

  • Figuur 1 Seppe
  • Figuur 1 Seppe
  • Figuur 2 Elleboogdysplasie
  • Figuur 3 Elleboog incongruentie
  • Figuur 4 Ulnectomie
  • Figuur 5 Beeld van CT-scan Seppe
  • Figuur 6 Seppe tijdens de laser- en hydrotherapie

Seppe is een Golden Retriever teefje van 4 jaar oud. Ze is een hulphond die opgeleid werd door de vereniging Hachiko om haar baasje bij te staan in de dagelijks taken. Zo kan ze voorwerpen oprapen en brengen, deuren openen en sluiten, het licht aansteken, … Het zijn kleine taken die een grote hulp betekenen voor haar baasje die rolstoel gebonden is.

Figure 1: Seppe

Bij Seppe werd al vroeg artrose vastgesteld op de linker voorpoot. Er werd bij de eigen dierenarts onderzoek gedaan, maar daaruit werd de oorzaak van de artrose nooit gevonden. Sinds april begon ze echter meer te manken. De medicatie die werd voorgeschreven en in het verleden altijd beterschap gaf, leek Seppe niet meer te helpen.

Bij dierenkliniek Causus werd een CT-scan uitgevoerd. Hierdoor werd wel een diagnose gesteld, namelijk elleboogdysplasie aan de linker voorpoot, meer bepaald LPC (Losse Processus Coronoideus).

Algemeen

Elleboogdysplasie (ED) is een algemene term die bepaalde aandoeningen omvat met betrekking tot de elleboog. Het is een afwijking in het gewricht waarbij de ontwikkeling niet normaal verloopt. ED komt voornamelijk voor bij jonge, opgroeiende honden van grotere rassen tussen de vier en twaalf maanden oud. Het wordt veroorzaakt door zowel erfelijke als omgevingsfactoren.

Elleboogdysplasie omvat volgende aandoeningen:

  • Osteochondrosis Dissecans (OCD)
  • Losse Processus Anconeus (LPA)
  • Losse Processus Coronoideus (LPC)
  • Elleboog incongruentie (die aanleiding kan geven tot LPA en LPC)

Deze aandoeningen kunnen onafhankelijk van elkaar voorkomen, maar soms zien we dat de ene aandoening ook de andere veroorzaakt.

 

Osteochondrosis Dissecans (OCD) is een aandoening waarbij de kraakbeenlaag is aangetast in het ellebooggewricht. Hierbij komt op een bepaalde plaats de kraakbeenlaag los van de kop van de humerus of opperarm en ligt er een stukje los te zweven in het gewricht.

Bij LPC (Losse Processus Coronoideus) en LPA (Losse Processus Anconeus) ontstaat er een sluitingsdefect tijdens de verbening van respectievelijk de Processus Coronoideus en Processus Anconeus van de ulna of ellepijp.

 

Elleboog incongruentie wordt veroorzaakt door ongelijke groei tussen de radius of spaakbeen en de ulna of ellepijp. Dit zorgt ervoor dat de gewrichtsvlakken niet volledig op elkaar aansluiten.

 

 

De symptomen van elleboogdysplasie zijn

  • (Af en toe) manken vooral nadat de hond gelegen heeft
  • Een gezwollen ellebooggewricht
  • Pijn bij het strekken of plooien van het gewricht
  • Het naar buiten draaien van de poot om de binnenkant van het gewricht te ontlasten
  • Spieratrofie van de betrokken poot

Algemeen voelt het aan alsof de hond loopt “met een steentje in zijn schoen”. In het begin is dit gewoon wat pijnlijk maar hoe meer wrijving door het “steentje”, hoe meer schade er veroorzaakt wordt in het gewricht. Indien er niet ingegrepen wordt bij deze aandoeningen, gaat er zich dus geleidelijk aan meer schade en artrose ontwikkelen.

Ook oudere honden kunnen symptomen vertonen. Dit is meestal ten gevolge van de artrosevorming in het gewricht door niet-behandelde elleboogdysplasie. Het zorgt voor extra pijnlijkheid, zwelling van het gewricht, beperking in de ROM (Range of Motion, de bewegingshoeveelheid die mogelijk is van het gewricht) en crepitus (krakende gewrichten).

 

Oorzaken van ED

ED wordt veroorzaakt door zowel erfelijke als omgevingsfactoren. De erfelijkheid zit hem in de kwaliteit van de botten, spieren en pezen, de groeisnelheid en stand van de voorbenen. De omgevingsfactoren bepalen vervolgens mee, of de aanleg voor het ontwikkelen van ED tot uiting komt. Hierbij is de voeding, het lichaamsgewicht en de beweging sterk van belang.

De voeding bepaald de groeisnelheid en het al dan niet ontwikkelen van overgewicht in de verschillende stadia tijdens het opgroeien. Een verkeerde hoeveelheid of een voeding met verkeerde calcium/fosfor verhouding kan deze factoren negatief beïnvloeden. Daarom is het noodzakelijk dat in deze fase een kwaliteitsvolle en uitgebalanceerde voeding voor puppy’s wordt gegeven.

Ook de beweging is van groot belang. Overbelasting van de gewrichten door teveel ongecontroleerde lichaamsbeweging in de puppyfase kunnen ED in de hand werken. Denk hierbij aan traplopen, teveel springen op jonge leeftijd, wilde spelletjes, te veel bewegen op zachte ondergrond, …

Het ideale bewegingsschema voor een opgroeiende pup start op een leeftijd van 8 weken. Op dit moment mogen we maximum 10 min wandelen, drie maal per dag. Elke levensmaand mag één wandeling met vijf minuten verlengd worden. Vb. een puppy van vier maand oud mag een wandeling van 20 min maken per dag. De overige dagelijkse wandelingen houden we kort.

  • 2 maand oud = 10 min
  • 3 maand oud = 15 min
  • 4 maand oud = 20 min

 

Diagnose

De diagnose van ED wordt gemaakt aan de hand van klinische symptomen: ras, leeftijd, pijnlijkheid tijdens het strekken en plooien van de elleboog, manken bij het opstaan en de typische gang.

Op röntgen foto’s kunnen we veranderingen zien wat duidt op LPC of LPA, een deuk in het oppervlakte van de gewrichtskop of typische artrosevorming. Dit is echter niet altijd het geval. Kleine stukjes los kraakbeen zijn meestal niet te zien. Dan gaan we beter door middel van een CT-scan gaan kijken waar de losse stukjes zich bevinden.

 

Behandeling

De behandeling van ED bestaat erin om zo snel mogelijk het loszittende stukje (kraak)been chirurgisch te verwijderen of terug vast te zetten (bij LPA). Bij elleboog incongruentie is de behandeling anders en voeren we een ulnectomie uit. Hierbij wordt de ulna doorgezaagd om de groei van de radius normaal te laten verlopen.

 

 

De artrose die zich op dat moment reeds ontwikkeld heeft door ongewenste wrijving in het ellebooggewricht kan niet meer verwijderd worden. Preventieve maatregelen om verdere artroseontwikkeling tegen de gaan, zijn dus van groot belang.

De maatregelen die na de operatie van toepassing zijn, gelden evenzeer als preventieve maatregelen

  • Een aangepast bewegingsschema: het voorkomen van overbelasting door teveel ongecontroleerde of te zware inspanningen
  • Pijnstiller en ontstekingsremmer
  • Behoud van ideale lichaamsgewicht
  • Causus Joint Care en Krill Care: oa bouwstoffen van het kraakbeen en essentiële vetzuren
  • Uitgebalanceerde voeding

Seppe

Seppe liep al sinds een tijdje mank met de linker voorpoot en dit leek de laatste tijd fel te verergeren. Bij Dierenkliniek Causus werd een CT-scan uitgevoerd. Op de beelden was een fissuurlijn te zien ter hoogte van de Processus Coronoideus. Dit betekent dat er een stukje van de coronoidus is losgekomenen van het overige bot. Het losse stukje werd chirurgisch verwijderend en na een kort verblijf mocht Seppe terug naar huis met medicatie en strikte benchrust.

 

 

Na die verplichte rustperiode, mocht Seppe terug meer en meer beginnen bewegen. Met hulp van de laser- en hydrotherapie, die Seppe twee maal per week deed, kon ze al snel haar taken terug opnemen en haar baasje opnieuw met veel plezier bijstaan.