Algemeen:
Cardiologie komt van het oud-Griekse 'cardio' (hart) en 'logia' (de studie van’).
De Cardiologie bevat zich niet enkel met de herkenning en behandeling van aangeboren en opgedane aandoeningen van hart en hartzakje, maar ook met de bloedsomloop en de bloedvaten (aandoeningen zoals hypertonie).
Bij een hartonderzoek hoort altijd een algemeen onderzoek van het lichaam (kleur van slijmvliezen, CVT, pols, palpatie van de buik) en een auscultatie van hart (bijgeruis, arhythmie) en longen (longoedeem).
Voor verder onderzoeken wordt vaak een Rx van de borstkas genomen. De grote van het hart (vertibral heart score) en de longen kunnen zo beoordeeld worden.
Met een echocardiografie kunnen wij aangeboren aandoeningen vaststellen en ook de toestand van de hartkleppen, voorkamers, kamers en de hartspieren onderzoeken.
Een ECG wordt gedaan als het hart arrhythmisch, te snel of te traag klopt.