Welke onderzoeken kunnen er gebeuren?

Afwijkingen van het maagdarmkanaal kunnen vele verschillende symptomen veroorzaken.
De meest bekende zijn braken en diarree maar ook vermageren, slechte eetlust, bloedarmoede, oedemen, buikpijn, vergrote buikomvang, kokhalzen, moeilijk slikken en veel drinken kunnen veroorzaakt worden door afwijkingen in het digestie apparaat.

De meeste symptomen zijn niet specifiek voor het maagdarmkanaal. Dat betekent dat men bij iedere patient volgens een strak protocol te werk moet gaan om geen zaken over het hoofd te zien en zo snel mogelijk tot een diagnose te kunnen komen. Hierbij wordt in het algemeen gestart met weinig belastende onderzoeken zoals bloed-,ontlastings- en urineonderzoek waarbij ook andere organen als lever en nieren gecontroleerd worden.
Aanvullend onderzoek kan bestaan uit radiologie, echografie, endoscopie, CT-scan en soms operaties. Of dit aanvullend onderzoek noodzakelijk is en in welke volgorde hangt van de patient, de eigenaar en de dierenarts af. Bij dierenkliniek Causus kunnen al deze onderzoeken op de kliniek zelf gebeuren, een enorm voordeel bij het stellen van diagnoses.

 


Aanvullend onderzoek : labo onderzoek, echografie en eventueel chirurgie.

Uitgebreid nader onderzoek is niet in alle gevallen noodzakelijk. Bij acute diarree en braken kunnen in een aantal gevallen met therapeutische maatregelen de klachten verholpen worden. Natuurlijk dient wel een uitgebreide ziektegeschiedenis (=anamnese) te worden afgenomen en goed lichamelijk onderzoek te geschieden.
Wanneer men een therapie instelt zonder een duidelijke diagnose te hebben, moet men er wel voor zorgen dat de therapie de patient niet nadelig beinvloedt maar ook dat eventueel toekomstig onderzoek niet gehinderd wordt. Gezien de nauwe relatie van het maagdarmkanaal met de voeding, is aanpassing van de voeding bij veel patienten verstandig. Daarbij kan gedacht worden aan makkelijker verteerbaar dieet, een vetarm dieet of een niet allergie verwekkend (hypoallergeen) dieet. Van het grootste belang is dat indien een dieet voorgeschreven wordt, dit ook strict gehandhaafd wordt. Zeker in het geval van een hypoallergeen dieet dient de eigenaar zich te beseffen dat het dieet de patient niet beter maakt maar alleen voorkomt dat de patient allergie verwekkende stoffen eet.

Zoals gezegd zijn de meest voorkomende symptomen van maagdarmkanaal afwijkingen braken en diarree.

  • Bij braken moet onderscheid gemaakt worden in actief braken en passief braken (=regurgiteren). Het is belangrijk dat dit onderscheid middels vragen uit de anamnese gesteld wordt aangezien braken en regurgiteren sterk varierende oorzaken kunnen hebben. En sterk wisselende methodes van nader onderzoek vereist.
    Bij actief braken kan de eigenaar vaak inleidende symptomen waarnemen als onrust, speekselen, kwijlen, zich afzonderen en slikken. Het eigenlijke braken geschiedt met duidelijke buikpers en vaak veel misbaar.
    Daarentegen is regurgiteren een veel passiever proces wat het dier plots overkomt zonder inleidende verschijnselen en zonder duidelijke buikpers. Bij regurgiteren moet de oorzaak vaak in de slokdarm gezocht worden (en is Rontgenonderzoek vaak nuttig) terwijl braken veroozaakt kan worden door afwijkingen van de mondholte, slokdarm, maag, dunne-en dikke darm, lever, nieren, bijnieren, pancreas, baarmoeder, prostaat, buikvlies, longen en problemen in de hersenen.
    Bij chronisch braken zal vaak begonnen worden met uitgebreid bloedonderzoek en later eventueel Rontgenonderzoek, echografie en endoscopie.
  • Ook bij diarree is een tweedeling te maken: dunne darm diarree en dikke darm diarree.
    De grootste verschillen zijn dat bij dikke darm diarree de frequentie van ontlasting produceren sterk is toegenomen en dat er sprake is van persen en verhoogde aandrang. Per keer worden meestal kleine hoeveelheden faeces geproduceerd, soms met slijm en bloed.
    Per uitlaatbeurt wordt vaak meerdere keren gedefaeceerd. Terwijl bij dunne darm diarree meestal niet zoveel vaker dan normaal gedefaeceerd wordt en per keer grote hoeveelheden zonder duidelijke persdrang.
Wanneer een patient netjes is opgewerkt en de conclusie is dat de oorzaak van de klachten in het maagdarmkanaal zelf ligt, is endoscopie vaak nuttig onderzoek, mits het gedaan wordt door iemand met ervaring.
Een video endoscoop en onze Ct-scan
Met behulp van een endoscoop (flexibele buis met beweegbaar uiteinde) kan de binnenzijde van de slokdarm, maag en darm onderzocht worden. Dit geschiedt bij de hond en kat onder sedatie. Systematisch moet het hele oppervlak onderzocht worden hetgeen alleen kan indien de patient goed is voorbereid. Voor endoscopie van de slokdarm, maag en dunne darm is 12 uur vasten meestal voldoende.
Maar voor scopie van de dikke darm (colonoscopie) is meestal twee dagen vasten nodig en moet de patient bovendien darmwasvloeistof drinken. Dit zorgt ervoor dat het gehele maagdarmkanaal leeg stroomt zodat ook in de dikke darm het slijmvlies gecontroleerd kan worden zonder dat het bedekt is door faeces. Het is van het grootste belang dat tijdens endoscopie biopten van het slijmvlies genomen worden aangezien met alleen kijken vrijwel nooit een diagnose gesteld kan worden. Met het microscopisch onderzoek van de biopten kan de patholoog bepalen of er sprake is van ontsteking (en hoe ernstig en welke soort ontstekingscellen aanwezig zijn) of dat er sprake is van tumor (en zo ja welke soort).
Klik hier voor een foto galerij van een endoscopie bij een Labrador Retriever.
Histologie van de darm als hulpmiddel bij diagnose.
Naast deze diagnostische endoscopieen wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van de endoscopie voor therapeutische doeleinden.
Hierbij kan met denken aan het verwijderen van vreemde voorwerpen uit de slokdarm, maag of soms darm.
Zeker in de slokdarm is de endoscopie sterk te verkiezen boven chirugie omdat het veel minder belastend is. Helaas kunnen niet alle vreemde voorwerpen verwijderd worden via endoscopie, bijvoorbeeld omdat de vishaak de wand geperforeerd heeft of omdat een bot zo vast zit dat eraan trekken grote kans maakt van beschadigen van het slijmvlies.Ook kan endoscopie therapeutisch gebruikt worden om vernauwingen (stricturen) in de slokdarm of darm op te rekken middels balloncatheters.