Orthopedie komt van het oud-Griekse 'orthos' (recht) en 'paedos' (kind).
Het lijkt etymologisch onwaarschijnlijker dat het woord afkomstig zou zijn van het oud-Griekse 'orthos' en het Latijnse 'pes' (voet). Eigenlijk dient het dan ook orthopaedie te zijn.
De oorsprong van de naam voert terug op het recht laten groeien van kinderen. Hoewel kinderorthopedie nog steeds een belangrijk onderdeel is van de orthopedie, is het nu een medisch specialisme dat zich bezighoudt met de behandeling van afwijkingen en ziekten van het steun- en bewegingsapparaat in algemene zin, waaronder dus ook bij kinderen.
Tot het terrein van de orthopedisch chirurg behoren o.a.:
- Aangeboren afwijkingen van het steun- en bewegingsapparaat, b.v. heupdysplasie, scoliose (verkromming van de rug).
- Fracturen van gewrichten en botten (botbreuken).
- Standafwijkingen van gewrichten en lange pijpbeenderen.
- Gewrichtsziekten (jicht en reumatoïde arthritis) en slijtage (arthrose).
De behandeling kan conservatief zijn (advies, brace, fysiotherapie, medicijnen) of operatief (bijvoorbeeld bij slijtage van heup of knie een kunstgewricht, ook endoprothese genoemd).
De dierenarts die de orthopedische ingrepen uitvoert noemt men een orthopedist.